Bezetting

Kranten tijdens de oorlog





In de oorlog wordt op vele manieren verzet gepleegd. De één overvalt distributiekantoren, de ander schrijft in het geheim illegale krantjes en foldertjes, die het echte nieuws brengen. De Duitsers hebben namelijk alle kranten in Nederland onder hun controle en bepalen precies wat wel en wat niet in de krant komt. Over geallieerde overwinningen hoort het volk via de officiële kranten maar weinig, maar via de verstopte radio's en illegale kranten komen de mensen daarover veel meer te weten. Op de foto luisteren twee Meppelers naar Radio Oranje of Radio Herrijzend Nederland of de BBC.

Eerste nummer Trouw komt uit Meppel

De Waarheid en Het Parool zijn daarvan bekende voorbeelden. Later komen er steeds meer bladen uit christelijke hoek. Trouw is daarvan het grootste blad. In februari 1943 wordt in Meppel het eerste nummer van Trouw gedrukt. Een protestantse krant, in het leven geroepen als gevolg van een conflict tussen de Vrij Nederland-redacteuren Henk van Randwijk en Wim Speelman over de te volgen ideologische koers.

Die krant Trouw wordt ook op andere plekken gedrukt. En zo weet het Drukkerijmuseum van Meppel in april 2015 een originele drukpers in handen te krijgen, waarop Trouw is gemaakt. Defensie levert het gevaarte van tweeduizend kilo in Meppel af.De komst van de oorlogspers sluit naadloos aan bij de grafische geschiedenis van de stad. Vanaf 1945 verschijnt De Waarheid enige tijd in Drenthe en Groningen als regionale krant.

Censuur

Al op 15 mei 1940 wordt de pers onder controle gebracht. Dat betekent dat de Duitsers controleren en bepalen wat de kranten schrijven. Kranten die niet doen wat de Duitse bezetter voorschrijft worden verboden. Journalisten die doorwerken moeten zich daarvoor na de bevrijding verantwoorden. Ze werken namelijk mee aan het maken van kranten die de bezettingsautoriteiten onmiddellijk worden gebruikt om een stroom van verorderingen, geboden en verboden te publiceren waaraan de bevolking zich moet houden. De redactie ontvangen daarnaast 'niet ter publicatie' honderden richtlijnen als 'Meededelingen betreffende de censuur mogen niet worden gepubliceerd' en "Het is niet meer geoorloofd eenigen aanval te doen op de N.S.B.'.

Telegraaf

De Telegraaf, het Algemeen Dagblad en De Volkskrant (tot 1941) mogen van de Duitsers verschijnen omdat ze gehoorzamen aan de Duitse censuur. Tot oktober 1944 houdt De Telegraaf zich vooral op de vlakte. Daarna onder SS-leiding niet meer. De naam Telegraaf gaat dan ook bij de perszuivering na de oorlog aanvankelijk in de ban, maar wordt vanaf 12 september 1949 toch weer gebruikt, als er een streep wordt gezet door het dertigjarige verbod. De namen van de foute kranten 'Volk en vaderland' en 'Het Nationale Dagblad' blijven wel voor 75 jaar verboden.

Noordelijke kranten

In de Tweede Wereldoorlog wordt de uitgave van de Emmer Courant in 1942 gestaakt. Op 10 april 1945 wordt Emmen bevrijd van de bezetter en direct de volgende dag al verschijnt een bevrijdingsnummer, gedrukt op speciaal fel oranje papier. Dat had eigenaar Warner ten Kate op zijn zolder verstopt.

Reorganisatie kranten

De bezetter wil af van alle dagbladen die in Drenthe verschijnen. Er komt een nieuwe krant genaamd 'Drentsch Dagblad', maar daaraan gekoppeld ook enkele nieuwsbladen. Er wordt met de bestaande dagbladen overlegd om ze te bewegen tot een fusie, zo meldt het nieuwe Drentsch Dagblad in een zeer kritisch 'Open Kaart'-commentaar op 13 juni 1942.

Er zijn dan blijkbaar al maandenlang 'ettelijke besprekingen gevoerd over concentratie der bladen'. Dat had moeten leiden tot een fusie van de 'onwillíge' organisatie achter de Provinciale Drentsche en Asser Courant en de Agrarische Pers, die dus het Drentsch Dagblad maakt en moet stoppen met het Agrarisch Nieuwsblad. Ook de Drentse uitgevers van nieuwsbladen stellen samenwerking met de nieuwe kranten niet op prijs. Veel van die nieuwsbladen brengen behalve lokaal ook landelijk en enig internationaal nieuws. 'De firma Boon wenschte zelfs heelemaal geen bespreking.' Op 13 juni is het geduld duidelijk op en worden diverse kranten gedwongen te stoppen.


Jacob ter Haar: 'de Max Blokzijl van Drenthe'

Het 'foute' Drentsch Dagblad verschijnt tussen 1942 en 1945. De krant neemt de plek in van de Provinciale Drentsche en Asser Courant, die dus moet stoppen op 30 mei 1942 en in april 1945 nog voor de Duitse capitulatie weer verschijnt. Jacob ter Haar, vanaf 1936 hoofdredacteur van het nieuwe Agrarisch Nieuwsblad en het weekblad 'De Landstand', wordt eindverantwoordelijk voor het Drentsch Dagblad. Hij is in 1941 officieel lid van de NSB geworden en treedt ook toe tot de Germaanse SS. In 1943 wordt hij bestuursraad ('gedeputeerde') van Drenthe. Hij krijgt in 1948 aanvankelijk een publicatieverbod meteen celstraf van acht jaar, dat in cassatie wordt verhoogd naar negen jaar, maar een paar jaar later is hij wegens goed gedrag alweer vrij.

In 1962 wordt Ter Haar kerkvisitator voor Drenthe, het oorlogsverleden vindt de Hervormde Kerk weer niet belangrijk. (Zo wordt in Meppel dominee Johannes Chritiaan Fritzsche benoemd, nadat hij in 1947 tot een boete van 5000 gulden wordt veroordeeld wegens het prediken van nazi-beginselen van de kansel in Zaandam.) Maar een actie van emeritus-predikant Harm van Lunzen uit Odoorn tegen 'de Max Blokzijl van Drenthe' dwarsboomt in 1965 toch de herbenoeming van Ter Haar. 'Hij zit op met een uitgesproken slecht karakter op een gestoelte van ere, gesteund door de kerk, hoe is het mogelijk.' Van Lunzen krijgt voor zijn schrijven in 'Het Kerkkrantje' van Odoorn een aanvankelijk vermaning van de kerk, omdat hij zich eerst tot de kerkelijke autoriteiten had moeten wenden, en een stapel intimiderende scheldbrieven van mogelijk oud-SS'ers.

Niettemin zet een klachtencommissie van de Hervormde Kerk ouderling Ter Haar in oktober 1964 uit zijn functie als oud-gedeputeerde Gerard Londo - tevens oud-burgemeester van Westerbork - een bezwaarschrift tegen Ter Haar indient. (Londo is ook niet zomaar iemand. In mei 1940 raakt hij als reserve eerste luitenant zwaar gewond bij gevechten op de Grebbeberg. Hij verwerft daar een heldenstatus door als commandant onder zwaar vijandelijk artillerievuur via open terreinen contact te houden met de verspreid opgestelde manschappen. Na de oorlog wordt hij als luitenant-majoor uitgezonden naar Indië. Hij maakt daar de beide politionele acties mee. Hij krijgt verschillende onderscheidingen, zoals de Bronzen Leeuw en het Bronzen Kruis.)

Een plaatsgenoot uit Ruinerwold krijgt een jaar later van de rechter een boete van 25 gulden, omdat hij over Ter Haar een ingezonden brief in de Meppeler Courant zet onder de kop 'Oud SS'érs leren het nooit'.

Directeur Clewits en hoofdredacteur Drenthen van de Provinciale Drentsche en Asser Courant krijgen een werkverbod van zes maanden. De commissie neemt hen kwalijk dat er tot de zomer van 1942 in de krant doorlopend artikelen met een nationaal-socialistische strekking hebben gestaan.

Het R.K. Ons Noorden krijgt in januari 1941 een verschijningsverbod opgelegd. De Noordooster houdt het in de Veenkoloniën vol tot 30 december 1944. Het Nieuwsblad van het Noorden gaat wel door en publiceert pro-Duitse en antisemitische artikelen. Als een NSB-hoofdredacteur wordt geweigerd, volgt in juli 1944 alsnog een verschijningsverbod. De laatste verschijnt op 31 juli 1944. Opvallend is dat het personeel ook daarna geld blijft ontvangen. Na de oorlog krijgt de krant een publicatieverbod. Bij de perszuivering wordt de krant in hoger beroep gerehabiliteerd. Op 26 januari 1946 verschijnt de krant weer. *(Provinciale Drentsche en Asser Courant 19 april 1945)





Rechtszaak in april 1947 tegen redacteur Harm Bruggers van het Drentsch Dagblad. Hij krijgt - ook na cassatie - zes jaar cel, waar de Raad van Cassatie in december 1947 negen jaar vraagt.

Meppeler Courant

De Meppeler Courant keert ook pas na de oorlog terug. foto: Dit gebouw in de Hoofdstaat maakte deel uit van de drukkerij en uitgeverij van J.A. Boom en zoon. Op het linker raam staat 'J.A. Boom en zoon, Stoom Boek en Steendrukkerij'. Later wordt dit pand vervangen door een gebouw met toren in een soort 'Amsterdamse stijl'. Ook dat is afgebroken.

In Friesland bestaat in de oorlog ook nog het op nationaalsocialistische leest geschoeide dagblad de Friesche Courant. De Leeuwarder Courant verschijnt tot september 1942. Een jaar na de bevrijding krijgt de krant toestemming om onder de oude naam verder te gaan. Ook het Friesch Dagblad verschijnt niet meer vanaf het moment dat kranten in Nederland onder censuur komen te staan. Na de oorlog wordt ook bij deze krant de pen weer opgepakt.

Het tienjarige verbod voor het gebruik van de naam Nieuwsblad van Friesland of Hepkema's Courant wordt in 1949 ingetrokken. De commissie voor de perszuivering bepaalt dat er gedurende 35 jaar geen krant mag verschijnen met de naam 'Stellingwerver' of 'De Ooststellingwerver'.

De uitgever van de Winschoter Courant mag tien jaar niet bij een dagblad werken, ook omdat hij ook het NSB-districtsblad 'Noorderstorm' drukt. Zijn krant stopt bij de jaarwisseling '43-'44.

.

Hoogeveensche Courant

In juni 1942 moet de Hoogeveensche Courant ‘in verband met de papierschaarste’ ophouden te bestaan. de woorden ‘tot weerziens’ in het laatste nummer in de oorlog, 13 juni 1942, komen uitgever Pet op een boete van duizend gulden te staan. Het weerziens is op 13 april 1945.

In de Eerste Wereldoorlog maakt de krant landelijk ook al naam. In september 1914 ageert de anti-revolutionaire redactie tegen het houden van een appèl van soldaten in de stad op zondag, het uitbetalen van soldij van zondag en het uitrukken op tijdstippen dat het leger de godsdienstbeoefening in de wielen rijdt. Voor straf mogen soldaten na deze kritiek de krant niet meer lezen. De ban wordt korte tijd later weer opgeheven.

Van 1908 tot 1940 is Pet ook de uitgever van het ‘nieuwsblad voor Beilen, Westerbork en omgeving’ en van 1915 tot 1941 tevens van het ‘Nieuwsblad van Gasselternijveen’.

.


Na de bevrijding komt de stroom kranten en tijdschriften weer op gang. Hier staan mensen te wachten voordat ze de Meppeler boekhandel Huisman aan het Zuideinde kunnen betreden om hun tijdschrift of krant te kopen. (Foto gemaakt door L. ter Heide, fotograaf aan het Zuideinde.)

Friesch Dagblad

Het Friesch Dagblad heeft als enige Nederlandse krant de moed om de krant stop te zetten in 1941. Aanleiding is de verplichting om lid te worden van de Duitse persvereniging, zo kan de bezetter alle media in de greep van de censuur krijgen. Een riskant besluit, want het is ook een daad van verzet. Maar voor de werknemers en het bestuur van de krant is het meteen duidelijk: we worden geen lid. De medewerkers raken hun werk kwijt en zijn de rest van de oorlog onderhouden door de abonnees.

Een van de verslaggevers en plaatsvervangend hoofdredacteur bij het Friesch Dagblad uit die tijd, Jan de Haan, heeft als een dagboekverslag de ontwikkelingen stap voor stap beschreven. Hoe de krant steeds meer onder druk van de Duitsers wordt gezet en hoe de medewerkers er 's nachts wakker van liggen. De dilemma's waar ze mee te maken hebben en hoe er over gediscussieerd wordt. Hoe er gedreigd wordt met een verbod op het uitbrengen van de krant en het gevaar dat ze op het punt staan om gearresteerd te worden. En dan hoe de krant de eer aan zichzelf houdt door de krant stop te zetten en zo 'niet geknecht' is.

De aantekeningen van Jan de Haan zijn na de oorlog geordend en als brochure uitgebracht: Niet geknecht. Het Friesch Dagblad en Omrop Fryslân hebben in samenwerking een film gemaakt van het verhaal 'Niet geknecht'. De film is bijzonder omdat het originele verhaal als een strip wordt verteld.

Radio Oranje

Radio Oranje, "De stem van strijdend Nederland", is een radioprogramma van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het programma duurt een kwartier en wordt om 9 uur 's avonds uitgezonden door de European service van de BBC in Londen.De eerste uitzending is op 28 juli 1940 en wordt gevuld door Koningin Wilhelmina. Ze komt nog 33 keer terug op de zender om het Nederlandse volk moed in te spreken.De wilskrachtige toespraken geven hoop en moed. Mede daarom besluiten de Duitsers in mei 1943 tot 'tijdelijke inbeslagname' van de radiotoestellen. De poging van de bezetter om de Nederlanders via de radio voor zich te winnen is namelijk mislukt. De inlevering van de radio's lukt ook maar deels.

Duizenden radio's verdwijnen uit zicht, maar worden nog steeds gebruikt. Er worden zelfs radio-ontvangers in elkaar geknutseld om clandestien naar de radio te kunnen blijven luisteren. Radio Herrijzend Nederland is een radio-omroep die onder militair gezag van 1944 tot 1946 uitzendt vanuit Eindhoven.Daarna worden de uitzendingen weer door de oude omroepverenigingen verzorgd vanuit Hilversum.Uit de samenwerking tussen Radio Oranje en Radio Herrijzend Nederland ontstaat in 1947 uiteindelijk de Wereldomroep. De RON, de Regionale Omroep Noord, maakt vanaf 1946 programma's voor Drenthe, Friesland en Groningen.