Verzet en verraad

Toon Soetebier


Ex-SS-officier Toon Soetebier uit Coevorden is verantwoordelijk voor meerdere oorlogsmisdaden. Hij is betrokken bij talloze razzia's en foltert als bewaker in kamp Erica bij Ommen op beestachtige manier Joden en onderduikers.

Op 8 maart 1949 wordt ‘Kleine Toon’ Soetebier door de bijzondere strafkamer van de rechtbank in Assen tot levenslang veroordeeld .De eis was de doodstraf. Ook hij ontsnapt in 1952 uit de gevangenis in Breda. Daarna woont hij in Tübingen, waar hij als ‘Thomas’ een tabakszaak heeft.

Het Algemeen Dagblad treft in 2003 ‘een klein, graatmager en tandeloos mannetje met een grote bril’ aan, die terminaal ziek is. ‘Ik heb niemand vermoord, hoor je? Niemand!” De dan 83-jarige Soetebier zegt dat hij nog drie maanden te leven heeft, maar sterft uiteindelijk op 26 mei 2006 aan kanker.

Kamp Erika



Strafkamp Erika in de bossen bij Ommen wordt juni 1942 in gebruik genomen als Arbeitseinsatzlager Erika, een justitieel strafkamp om de overvolle gevangenissen te ontlasten. De eerste gevangenen zijn zwarthandelaren en illegale slachters, mensen die de distributiewetten hadden overtreden. Mede door de afgelegen ligging van het kamp konden de bewakers ongehinderd hun gang gaan met het beestachtig mishandelen van de gevangenen.
Dwangarbeid, ziektes, ondervoeding, mishandeling en regelrechte moord kosten zeker 170 gevangenen het leven.

Op de vroege ochtend van 5 april 1945 werden de circa 450 gevangen van hun bed gelicht en op mars gestuurd. Met circa 300 gevangenen kwamen de bewakers in Hoogeveen aan. De volgende ochtend werd de mars voortgezet richting Westerbork. Daar kwamen weer 113 minder gevangenen aan dan bij het vertrek uit Hoogeveen. Veel hadden onderweg, tijdens diverse luchtaanvallen, gebruik gemaakt van de gelegenheid om te vluchten. Kamp Erika wordt op 11 april 1945 bevrijd. Een kruis en een bescheiden gedenksteen in het bos herinneren aan de gruweldaden die hier zijn begaan.