De nazi’s hebben ook geprobeerd om Sinti en Roma uit te roeien. Zigeuners’ worden ze in de volksmond genoemd maar zij noemen zichzelf Sinti of Roma en beschouwen zigeuner als een scheldwoord. Al voor de oorlog worden Duitse en Oostenrijkse Sinti en Roma opgepakt – zogenaamd om de criminaliteit te bestrijden – en afgevoerd naar Dachau en Buchenwald. Vanaf het midden van de jaren dertig worden mannen, vrouwen en kinderen gedwongen gesteriliseerd.
Als de oorlog eenmaal begint, worden in Oost-Europa Sinti en Roma op grote schaal slachtoffer van executies uitgevoerd door ‘Einsatzgruppen’. Vanuit heel Europa worden zij gedeporteerd naar de vernietigingskampen.
Razzia 16 mei 1944
Op 16 mei 1944 vindt er door heel Nederland een georganiseerde razzia plaats met als doel ‘alle in Nederland verblijvende personen die het kenmerk der zigeuners bezitten’ op te pakken. Meer dan vijfhonderd mensen worden opgepakt en naar Kamp Westerbork overgebracht. Daar blijken zo’n tweehonderd mensen toch niet tot het zigeunervolk te behoren (woonwagenbewoners worden ook voor 'zigeuners' aangezien) en worden vrijgelaten. Ook ongeveer vijftig Sinti en Roma mogen, omdat ze een paspoort van een neutraal land hebben, alsnog het kamp verlaten. De rest komt terecht in een speciaal vrijgemaakte barak onder bewaking van Joodse gevangenen. Onder hen Settela Steinbach
Drie dagen later vertrekt een trein met de overgebleven 245 zigeuners naar Auschwitz. De lange trein bestaat uit drie delen. Het voorste gedeelte met Joodse gevangene heeft Bergen-Belsen als bestemming, de rest van de trein Auschwitz. Dit transport is door kampgevangene Rudolf Breslauer op de film vastgelegd, ook het moment kort voordat de deur van een van de wagons wordt gesloten. Een meisje met een hoofddoekje om wordt daarmee een symbolisch figuur. In 1994 volgt Cherry Duyns journalist Aad Wagenaar op zoek naar de identiteit van het meisje.
In Auschwitz gebruikt de beruchte kamparts dr. Josef Mengele voor zijn wrede medische experimenten veel Sinti en Roma kinderen. De heeft het met name voorzien op Sinti en Roma tweelingkinderen. Hoeveel Sinti en Roma tijdens de oorlog zijn omgebracht is nog altijd moeilijk na te gaan: serieuze schattingen lopen uiteen van ongeveer 100.000 tot enkele honderdduizenden slachtoffers.
Als in de zomer van 1944 een half miljoen Joden uit Hongarije naar Auschwitz-Birkenau worden gedeporteerd, ontstaat in dat kamp ruimtegebrek. Onder de Roma breekt een opstand uit, die echter door verraadt snel de kop wordt ingedrukt. Roma die nog geschikt worden geacht om te werken, gaan naar munitiefabrieken in Duitsland. In de periode van eind juli tot 3 augustus worden de resterende 3000 vergast, waaronder 213 Nederlandse Sinti.
Settela en haar moeder, twee broertjes, twee zusjes, haar tante, twee neefjes en een nichtje behoren ook tot deze groep, zodat de datum van haar overlijden niet met zekerheid is vast te stellen. Van de familie overleeft alleen de vader van Settela de Tweede Wereldoorlog. Hij sterft in 1946 van verdriet en wordt in Maastricht begraven.
Na de oorlog komen er van de groep van 245 slechts 30 terug. Over de vervolging van Sinti en Roma is na de oorlog veel minder geschreven en gesproken dan over de Jodenvervolging. De slachtoffers worden jaarlijks op het voormalige kampterrein in Hooghalen op indrukwekkende wijze herdacht.
Beeldfragment Settela Steinbach in de trein
Herdenking Sinti en Roma 2009
Herdenking Sinti en Roma 2010
Verhalenverteller Eric Borrias op herdenking 12 april 2010 over Settela
Zoni Weisz ( landelijke Sinti en Roma organisatie)