Bezetting

Commissaris van de Koningin in oorlogstijd

Reint Hendrik de Vos van Steenwijk

Baron Reint Hendrik de Vos van Steenwijk is Commissaris in Drenthe als de oorlog uitbreekt. Ook hij komt uit een regentenfamilie (huize Havixhorst), want in de periode 1846-1866 is Jan Arend Godert de Vos van Steenwijk al provinciaal Gouverneur en daarna de eerste Drentse Commissaris van de Koning(in).

Het zijn in 1940 heftige meidagen voor Reint Hendrik de Vos van Steenwijk. Op 7 mei brandt zijn ambtswoning aan de Kloosterstraat af en weet de brandweer het provinciehuis nog maar net te redden. Een paar dagen later breekt de oorlog uit en sneuvelt op 13 mei zijn enige zoon Jurrien Hendrik (29) bij de strijd op de Grebbeberg, zo meldt de Asser Courant.

De Commissaris moet in 1943 aftreden en wordt vervangen door de NSB'er Jan Liebe Bouma, dan burgemeester van Emmen. Na de bevrijding keert De Vos van Steenwijk terug op zijn post tot 1951 en ondertussen zit Bouma drie jaar gevangen in Westerbork





Het huis van de commissaris na de brand in 1940, De Vos van Steenwijk bij een boomplantdag in Gieten in 1932 en bij de opening van de oudheidkamer in Emmen in 1935.


In 1950 vergezelt De Vos van Steenwijk Koningin Juliana en prins Bernhard bij een bezoek aan Meppel. Waarbij onder andere een krans wordt gelegd bij het door Titus Leeser vervaardigde monument voor de gevallenen.
Daarna volgt een rondgang door de Kon. Farmaceutische Fabrieken van Brocades en Stheeman, waar arbeiders aan het koninklijke paar worden voorgesteld. Van dat bezoek is ook een filmpje gemaakt.

Jacob (Jaap) Cramer

Jaap Kramer wordt in 1951 de opvolger van Commissaris De Vos van Steenwijk. Hij is een vooraanstaand leider van de verzetsbeweging. Hij werkt onder meer voor Vrij Nederland en is lid van de landelijke Raad van Verzet. Chris van der Veen schrijft een boek over Cramer. Volgens hem was hij succesvol in het verzet omdat hij zo veel contacten had: 'Hij kende brugwachters, hij kende schoolhoofden, hij kende predikanten. Hij kende overal mensen.'

Na de oorlog is Cramer via Opbouw Drenthe actief bij de wederopbouw van Drenthe. Zo vraagt hij aandacht voor de dreigende massaontslagen in Drenthe door de stagnerende afvoer van turf. Ook krijgt hij onder meer geld bij elkaar voor nieuwe lagere scholen in Drenthe. In 1945 wordt hij lid van de Eerste-Kamer voor de PvdA en later van 1951 tot 1964 Commissaris van de Koningin van Drenthe, maar blijft daarna in Drenthe wonen. De oud-CdK overlijdt in 1998 op 99-jarige leeftijd. Het pleintje naast het Drents Museum heet jarenlang het Jacob Cramerplein, maar dat verdwijnt met de nieuwbouw van het museum. Nu heet de daktuin het Jacob Cramerpark.



Cramer ziet er op 18 november 1955 op toe dat de kranslegging in Assen door Koningin Juliana goed verloopt. De krans wordt gelegd bij het provinciaal oorlogsmonument op de Brink.
Twee leden van de bekende Drentse regentenfamilie Linthorst Homan spelen rond de oorlog een rol als Commissaris van de Koningin. De broers Johannes en Henri Peter (Harry) zijn zonen van Jan Tijmens Linthorst Homan (CdK van Drenthe van 1917 tot 1931) en kleinzonen van Johannes Linthorst Linthorst Homan (CdK van Drenthe 1904-1917).

Johannes Linthorst Homan



De geboren Assenaar Johannes Linthorst Homan is bij het uitbreken van de oorlog Commissaris van de Koningin in Groningen. In juni 1940 is hij een van de oprichters ('het driemanschap') van de Nederlandse Unie. De partij wordt in 1941 verboden. Dat jaar wordt hij ook als Commissaris ontslagen.

De oorlogsjaren brengt hij verder grotendeels door als gijzelaar in de interneringskampen Haaren en Sint Michielsgestel. Op 20 april 1944 wordt hij vrijgelaten en later dat jaar voegde hij zich bij het verzet. Na de bevrijding wordt hij niet in zijn ambt als Commissaris hersteld vanwege zijn te loyaal geachte houding aan het begin van de Duitse bezetting. foto: Linthorst Homan met NSB-ambtenaar Tobie Goedewaagen (april 1941)
Homan spreekt zich in september 1940 uit voor een Duitse overwinning in de oorlog. In een gesprek met Groningse predikanten en hoogleraren zegt hij in voetbaltaal te hopen opeen ‘twee tegen drie’-overwinning voor Duitsland tegen Groot-Brittannië. Hij hoopt dat er onder Duitse leiding een Verenigde Staten van Europa tot stand komt.

Na een regeringsonderzoek wordt aan Homan met terugwerkende kracht eervol ontslag verleend en daarna krijgt hij tal van Europese topfuncties en zet hij zich in voor een vrije Europese interne markt. Hij overlijdt op 83-jarige leeftijd in Rome en ligt begraven in een familiegraf bij de Hervormde Kerk te Havelte.

Henri Peter 'Harry' Linthorst Homan

De familie van landgoed Overcinge in Havelte levert ook nog een sportieve jurist op, die met de Nederlandse ploeg deelneemt aan roeiwedstrijden. Henri Peter, broer van Johannes, neemt als secretaris van de directie van Philips actief deel aan het verzet. Hij ontkomt aan een arrestatie en maakt in 1943 een avontuurlijke vluchtreis door België, Frankrijk en Spanje naar Engeland. In Londen verkeert hij als Engelandvaarder in de Nederlandse gemeenschap in de hoogste kringen.


Linthorst Homan wordt in 1944 ambtenaar op het ministerie van Binnenlandse Zaken van de Nederlandse regering in ballingschap, en sous-chef van het Militair Gezag. Hij opereert nauw samen met een andere geboren Assenaar: luitenant-kolonel Jan Marginus Somer; hoofd van de Nederlandse Geheime Dienst in Londen. Ook Somer is een via Zwitserland, Suriname, Curaçao en de Verenigde Staten naar Engeland gevluchte verzetsman, die tot de bevrijding belast is met de opleiding van agenten en met het contact met het bezette Nederland.




Henri Peter 'Harry' Linthorst Homan moet als sous-chef van het Militair Gezag zijn broer Hans in 1945 meedelen dat hij moet stoppen als commissaris van de Koningin van Groningen. Harry weigert in 1945 aanvankelijk zelf een benoeming tot Commissaris van de Koningin in Friesland, 'omdat hij een Drent is'. Maar hij bezwijkt onder de druk van Louis Beel, vanaf 1946 de premier van ons land. Bij de Friezen kan de nieuwe CdK niet stuk, omdat hij Fries als tweede spreektaal invoert. Harry blijft uiteindelijk 25 jaar de Statenvergadering in jacquet voorzitten. Van 1969-1979 is hij tevens voorzitter en latere erevoorzitter van het Genootschap Engelandvaarders. Hij overlijdt in 1989 op 83-jarige leeftijd en ligt begraven in een familiegraf bij de Hervormde Kerk te Havelte.

Zijn broer, Jacob Evert (Jaap) de Vos van Steenwijk, is burgemeester van Haarlem als de oorlog uitbreekt. Begin 1941 dwingen de Duitsers hem af te treden. Van 1945 tot 1954 is Jaap een besluitvaardige en vindingrijke Commissaris van de Koningin in Noord-Holland. Hij slaat in 1948 het aanbod van Beel af om minister van buitenlandse zaken te worden.