Verzet en verraad

Auke Pattist




Utrechtenaar Auke Pattist heeft de bijnaam ‘De beul van Drenthe'. Onder Martinus van Oort, de commandant van de groep Landstormers, leidt SS-officier Pattist als tweede officier één van de twee secties (andere sectie wordt geleid door Dirk Hoogendam).

Na verzetsacties volgen vergeldingsexecuties onder de lokale bevolking en verdachten worden uitgeleverd aan de SD. Aan het einde van de oorlog wordt Pattist opgepakt en ondergebracht in de Koepelgevangenis van Arnhem. Patist wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Hij gaat naar het Kamp Beenderibben bij Steenwijk. Daar weet hij, na een bezoek aan de tandarts, te ontsnappen naar Duitsland en vervolgens naar Frankrijk.

Uiteindelijk komt hij in de jaren vijftig, op een motor in Spanje aan. Daar krijgt hij hulp van een oud-kolonel van de Waffen-SS Otto Skorzeny. Pattist heeft in Slovenië op de Balkan onder Skorzeny gediend bij de Waffen-SS. Franco verleent Pattist de Spaanse nationaliteit. Amateurhistoricus Albert Metselaar vindt SS-Hauptscharführer Auke Pattist als eerste in Oviedo. Aanvankelijk doet justitie geen pogingen om hem naar Nederland te krijgen.

Als dat later onder druk van de pers alsnog gebeurt mislukt dat door juridische fouten. 'De Beul van Drenthe' is in 2001 overleden, na een relatief ongevaarlijke heupoperatie. Streekhistoricus Albert Metselaar schrijft een boek over zijn misdaden. 



Brandpunt in 1994 over Auke Pattist