Jodenvervolging

Het mislukte bevrijdingsplan van Bastiaan Ader




In 1944 is de Groningse verzetsstrijder en dominee Bastiaan Ader bezig met een spectaculair en gedurfd bevrijdingsplan voor de gevangenen van Kamp Westerbork. Hij wordt echter opgepakt en gefusilleerd, waardoor zijn plan niet uitgevoerd kan worden.


Bastiaan Ader

Jan Bas (Bastiaan) Ader wordt in 1909 geboren in ’s-Gravenzande. Hij zou een begaafd mens zijn geweest. Zo is hij avontuurlijk, creatief, technisch en muzikaal. Hij kan zelfs een stoomlocomotief besturen en fiets door Oost-Europa naar Palestina. Toch volgt hij zijn roeping om theologie te studeren en wordt in 1938 predikant in het Groningse Nieuw-Beerta.Twee jaar na zijn aanstelling als dominee breekt de oorlog uit. Al snel raken Ader en zijn vrouw betrokken bij het verzetswerk. In hun pastorie zitten tientallen mensen ondergedoken en Ader helpt twee- tot driehonderd Joden in de omgeving aan een onderduikadres. En dat blijft niet geheim.

Mensen uit zijn eigen streek tippen de Grüne Polizei over verborgen Joden. Er gaat vervolgens een anoniem briefje rond met de tekst 'Alles is verraden, de Joden moeten weg.' Die verblijven vervolgens twee nachten in een koolzaadveld, waarna Ader ze op de trein zet naar Limburg. Een paar maanden later in juli 1944 wordt Ader opnieuw verraden. Ditmaal door een politieman, wachtmeester Rodermond uit Haarlem, in ruil voor wat shag. Hij wordt opgepakt. Op 20 november 1944 wordt hij in Veenendaal doodgeschoten en blijft daar in de modder liggen. Door een brief aan zijn vrouw in zijn binnenzak wordt hij geïdentificeerd. Hij ligt op het ereveld in Loenen.
Zijn terechtstelling is bijzonder treurig, want Ader wordt gezien als een van de kopstukken van het verzet. Door zijn arrestatie valt het plan om Kamp Westerbork aan te vallen in duigen. 'Hij was blijkbaar de grote man achter het plan', zegt directeur Dirk Mulder van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Onderzoek moet uitwijzen wat de precieze plannen waren en waarom de operatie niet doorging toen Ader werd opgepakt.

De verzetsmensen in Groningen hebben het gevoel dat ze na de arrestatie van Ader in de gaten worden gehouden. Ze moeten onderduiken en daardoor wordt er niet meer over het plan gesproken. De Duitsers hebben vermoedelijk ondanks alle mishandelingen van Ader in Haarlem nooit iets van het plan geweten, anders was Ader wel als terrorist direct gefusilleerd. Uit de briefjes van Ader blijkt dat hij ook trots op zichzelf is, dat hij niemand heeft verraden. De minachting voor zijn beulen druipt er af.

Hij wordt met vijf anderen doodgeschoten als represaille voor het doden - door het verzet - van een een Duitse soldaat bij Veenendaal. En daarmee komt ook niets meer terecht van het plan om Ader te bevrijden. Zijn verzetsmakkers - 'het was een geweldige man die je maar eens in je leven tegenkomt' - hebben 200.000 gulden klaar liggen om daarmee gevangenispersoneel om te kopen. Maar voor dat de gevangenis in Haarlem volgens plan kan worden overvallen, wordt Ader overgebracht naar Amsterdam en dus vermoord.

Bevrijdingsplan Bastiaan Ader

Ader wil met een deportatietrein het kamp binnenrijden en zo de gevangenen bevrijden. Dat blijkt uit briefje dat hij smokkelt uit de gevangenis Weteringschans in Amsterdam. 'Het was haast niet te voorkomen dat ze mijn plan om Westerbork te kraken op het spoor zouden komen. Dat is iets dat ik moreel heel best kan verantwoorden en wat ook al heel mooi in elkaar begon te sluiten. Dat valt bij hen zeker onder 'terrorisme'. Dan zal er voor de aanvoerder zeker geen pardon zijn.'

En er is schaarse informatie van naaste medewerkers, zoals predikant Johannes Crébas (foto). Die kent vanwege veiligheidsredenen slechts een deel van het plan. De trein wordt volgens het plan bemand met zo'n 200 leden van Groningse verzetsgroepen, gekleed in uniformen van gedeserteerde Duitse soldaten. Ader is als zoon van een spoorwegman vertrouwt met locomotieven en wil de trein dan ook zelf besturen. Hij rijdt als machinist regelmatig treinen vol terugkerende Duitse verlofgangers naar Groningen en neemt tegelijk onderduikers en bonkaarten mee. Een predikant die treinen bestuurd...

Bij het plan is ook een Nederlandse luitenant-kolonel betrokken. In de zomer van 1944 vindt er overleg plaats in het Hofje achter de Herenstraat in Groningen. Crébas (schuilnaam Van Zaanen) is daarbij en ook een verzetsman met de naam Humbert. Daar wordt het plan ontvouwd en ook gemeld dat er over de bevrijdingsactie contacten zijn met de Britten. Die zijn bereid te helpen, maar stellen wel een voorwaarde. De Britten willen ook dat de voor oorlogsmaterieel gebruikte spoorlijn van Winschoten naar Duitsland onklaar wordt gemaakt. Door een brug te vernielen bij het gehucht Ulsda moet een trein in het kanaal terecht komen. Daarmee is dan ook het spoorverkeer met Duitsland gestremd. Ader zou dan met zo'n 'Urlaub-trein' vanuit Groningen komen. Hij wordt ook geholpen door een gedeserteerde Duitse officier.

Onderzoek en mogelijk een tentoonstelling

Waar de kampbewoners na hun bevrijding naar toe zouden zijn gebracht, is volgens Dirk Mulder van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork niet bekend, zo zegt hij op 14 april 2015 voor Radio Drenthe. 'Maar daar moet over nagedacht zijn. Of dat nog te achterhalen is weet ik niet, maar ik hoop het wel.' Mulder wil graag weten hoe ver men was met het plan. Er is in ieder geval een tekening van het kamp gemaakt. Hij overweegt om een tentoonstelling over Aders bevrijdingsplan te maken.




Dat Mulder in 2015 alsnog pleit voor een onderzoek naar de bevrijdingspoging van gevangen in Kamp Westerbork, komt door de prestatie van het boek 'Het kruis op de berg' geschreven door Constant van den Heuvel. In dit boek wordt het bevrijdingsplan van Bas Ader genoemd. Ook worden de andere slachtoffers van de fusillade in Veenendaal besproken.

Maar het gegeven is niet nieuw. In Loe de Jong's veertiendelige standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog wordt het kort genoemd. De Nieuwe Leidsche Courant besteedt er op 3 mei 1975 al aandacht aan. Mulder noemt het in zijn boek Kinderen in Kamp Westerbork in 1994. Historicus Harm van der Veen schrijft er in 1999 over in het Groningse tijdschrift 'Toal en taiken'. In de Radio Noord-documentaire 'Taai en fel gestreden' van Wiebe Klijnstra in 2005 wordt er o.a. door Dirk Mulder ook op ingegaan. Klijnstra krijgt hiervoor in 2006 een NL-Award, een landelijke prijs voor programma's van regionale omroepen.


De vrouw van Ader schrijft na de oorlog het vaak herdrukte 'Een Groninger pastorie in de storm'. In Drieborg wordt in 1950 een oecumenisch gemeenschapshuis gesticht met gelden van het door haar gestarte Ds. Aderfonds. Dit fonds en het centrum zijn deels bedoeld om gesprekken tussen Nederlanders en Duitsers mogelijk te maken na de verschrikkingen van de bezettingsjaren
Het fonds krijgt inkomsten door het boek. Mevrouw Ader-Appels wordt onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis en wordt Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In 1968 krijgt het echtpaar Ader van het Israëlische herdenkingscentrum Jad Wasjem de onderscheiding 'Rechtvaardige onder de Volkeren'.
Ader schreef dit tijdens zjn langdurige eenzame opsluiting naar huis:

't Is niet om mij dat ik die muren uit wil duwen,
Naar ruimte hijg en schreeuw om recht!
'k Weet mij verward in een onmeedogend kluwen
En ken het deel dat mij zal worden toegelegd.

't Is niet om mij: 'k heb fel en taai gestreden,
Bij dag noch nacht begeerd naar rust;
'k Heb in het lijden der gedoemden meegeleden.
En vaar nu heen naar verre, lichte kust.

Maar 'k moet nog zoveel diepe dingen zeggen
Aan haar die altijd op mij wacht;
Ik moet een kindje in zijn bedje leggen
En kussen het een zacht goe-nacht!