Jodenvervolging

Eten in kamp Westerbork


Het is een hele organisatie om het eten voor alle duizenden, soms meer dan 10.000 gevangenen in goede banen te leiden. De Centrale keuken is het hart in deze complexiteit. Vlees en groenten zijn afkomstig uit de kampboerderij. Aardappelen en broden worden veelal door boeren uit de omgeving naar kamp Westerbork gebracht en opgeslagen in de aardappelkelder.


Distributiedienst

Het kamp heeft een eigen distributiedienst, bestaande uit de ‘Fracht Gruppe’ en de ‘Essenholers’. De ‘Fracht Gruppe’ is verantwoordelijk voor het transport van het voedsel naar de Centrale keuken terwijl de ‘Essenholers’ het gekookte eten in de barakkeukens aflevert. Dit zijn gewilde baantjes omdat deze functies, evenals het werken in de Centrale keuken, vrijstelling van transport geven.

Voldoende eten

Afgezien van een korte periode van honger en chaos in oktober 1942, als het aantal gevangen door toenemende razzia’s snel stijgt tot meer dan 17.000, is er genoeg te eten. Het voedsel is echter niet altijd even smaakvol.

'Stamppot hutspot en stamppot snijbonen, dat noemden we stamppot prikkeldraad, want het was niet door je keel te krijgen, en zo waren er nog meer stamppotten', aldus Philip Vlessing die op 29 mei 1943 naar kamp Westerbork werd gebracht.


Alle dagen stamppot

Een expositie 'Alle dagen stamppot – Eten in kamp Westerbork' toont in 2016 aan de hand van brieven en getuigenverslagen ook hoe de kampgevangenen over het eten denken. Maar het laat ook zien dat het oordeel dat de gevangenen hebben over het verstrekte voedsel vooral afhankelijk is van hun gemoedstoestand en persoonlijke omstandigheden. En daarin kunnen grote verschillen zijn, met name ook door extra voedingsmiddelen te kunnen ‘organiseren’ dankzij een baantje in de voedselvoorziening en -distributie. Of doordat er familie, vrienden of buren postpakketjes met etenswaren naar het kamp sturen.Vooral brood en boter worden opgestuurd. Maar vaak komt dat helemaal niet meer aan, omdat de gevangenen al naar een ander kamp zijn.

Eten in broekspijpen

Henny Dormits zit als kind in Kamp Westerbork: 'Ik vond het eten helemaal niet zo vies, maar ja ik was 12 jaar. Ik had een vriendinnetje, mijn ouders zaten in het kamp en op een gegeven moment wen je daar aan en vind je het leven in zo'n kamp de normaalste zaak van de wereld. Wij werkten bij een boer en dan namen we allerlei groentes en aardappels in onze broekspijpen mee het kamp in. En daar maakte mijn moeder dan wat lekkers van.'


Reden expositie

'In de magazijnboeken is te lezen wat er allemaal ingekocht werd en dan zie je dat vooral aardappels, wortels en kool op het menu stond: stamppot dus', aldus Guido Abuys, de samensteller van de tentoonstelling. 'We zijn nooit eerder op het idee gekomen om het thema eten centraal te stellen, maar er is een documentaire gemaakt over de keuken van Kamp Westerbork en we bedachten ons toen dat wij er wel een hele tentoonstelling aan konden wijden.'